top of page
poseidon.jpg

Zolang er leven is  

3.1        Een stervende stad   

3.2        Poseidons Geschenk   

3.3        Liefde en Lauwerkrans  

3.4        Oorlog en Offer  

3.5        Aphrodite’s Bomen 

Naast de oppergod Zeus is zijn broer Poseidon de indrukwekkendste Olympiër.

Tussen de drie goden Zeus, Hades en Poseidon is de heerschappij over de wereld verdeeld: Zeus heerst over de hemel, Poseidon over de zee en Hades over de onderwereld. In theorie regeren ze samen over de Olympos en de aarde, maar in de praktijk heeft Zeus het laatste woord. Poseidon wordt ook gezien als “aardschudder”. Wanneer hij met zijn drietand onder de oceanen tegen de bodem slaat, ontstaat een aardbeving. Hij kan eveneens vulkanen laten uitbarsten.

 

Met hun simpele kleding, strooien hoed en bepakking leken ze een stel plattelandsbewoners, die hun boerderij ontvluchtten.

Op reis zetten mannen een vilten of strooien hoed op met brede rand (petasos) en kinband. Arbeiders, ambachtslui, herders, boeren en slaven zetten een muts op zonder rand of versiering, uit vilt, wol of leder.

 

De weg was amper aangegeven, tenzij door enkele lukraak opgestelde Hermesbeeldjes en hij vertakte zich nergens, zodat ze slechts rechtdoor konden lopen en zich niet moesten afvragen wat hun uiteindelijke bestemming moest zijn.

Er zijn vooral modderwegen, die te voet, per ezel of muilezel bereisd worden. De wegen worden onveilig gemaakt door struikrovers. Reizigers kunnen overnachten in herbergen, maar deze zijn niet al te proper.

 

Steden worden gebouwd aan de kust, meestal omgeven door gebergte. Om van het ene dorp naar het andere te gaan, moet je de bergen over. Deze zijn niet bijzonder hoog.

 

“Ze hebben hen afgemaakt! Nemesis’ wraak kome over hen!”

Nemesis is een dochter van oergodin Nyx en de godin van de wrekende gerechtigheid.

Hij naderde de groep geruisloos en stelde vast dat er slechts één ruiter bij was.

Enkel de rijke zonen van aristocratische families leren paardrijden, omdat slechts weinigen zich een paard kunnen veroorloven. Men rijdt zonder zadel of stijgbeugels, zodat alleen geoefende ruiters een paard vlot kunnen bestijgen of mennen.

 

Maar ze gedroeg zich als een hopliet, klaar voor de strijd.

Hoplieten vormen een onderdeel van het leger: de “zwaarbewapenden.”

 

De ene na de andere rilling trok door haar lichaam en hij wist dat ze op de grens van de hysterie balanceerde.

Het is Hippokrates, die als eerste de term “hysterie” introduceert. Volgens hem wordt de baarmoeder (hysteron) van een vrouw rusteloos bij gebrek aan seksuele activiteit. Hij onderscheidt hysterie daarmee van epilepsie, wat veroorzaakt wordt door een storing in de hersenen. Volgens de mythologie geneest de ziener Melampous vrouwen in Argos van een collectieve “hysterie” door hen seksuele gemeenschap op te leggen met jonge, viriele mannen. Ook Plato en Aristoteles vermelden de theorie van de “onbevredigde baarmoeder” als oorzaak van vele kwalen bij vrouwen. Op het einde van de 19de ontstaat er in de medische wereld een hernieuwde belangstelling voor dit idee, onder invloed van dr. Sigmund Freud (1856-1939), die veel lichamelijke klachten toeschrijft aan psychische oorzaken.

 

Er overviel hem een gevoel van verwantschap met de maangodin Selene, die zo ontroerd was geraakt door de aanblik van haar rustende geliefde, dat ze hem in een eeuwige slaap had gebracht.

De maangodin Selene is verliefd op Endymion, een herder (koning, astronoom,…?) uit Olympia in Elis. Ze is zo verrukt van zijn schoonheid wanneer hij slaapt, dat ze Zeus vraagt om hem in een eeuwige slaap te brengen. Elke nacht bezoekt ze hem en ze baart hem vijftig dochters (naar analogie van de vijftig maanden van een olympiade).

 

Hij ontspande zich, richtte zich tot de verdwijnende sterren en kuste zijn hand als groet aan Eos met de rozige vingers, godin van de dageraad.

Men begint zijn activiteiten bij zonsopkomst en stopt met werken als de avond valt. Na het opstaan zoekt een Griek in de ochtendschemering de sterren en kust zijn hand als groet aan de godin van de dageraad, Eos, die door Homeros “rozevingerige Eos” wordt genoemd.

 

Toen Philemon voldoende hersteld was om te reizen, kocht Brises een ruime, houten kar en gingen ze comfortabel op weg richting Delphi.

Het orakel van Delphi ligt in de landstreek Phokis, ten noordwesten van Attika. Het is het belangrijkste orakel en heeft een enorme invloed. De naam Delphi kan twee dingen betekenen, baarmoeder en dolfijn. De stad wordt sinds vroegere tijden al beschouwd als de baarmoeder of navel van de wereld. Dit wordt door Zeus nog eens bevestigd, wanneer hij twee adelaars loslaat, die elk naar één kant vliegen. Boven Delphi ontmoeten ze elkaar. De dolfijn is één van de dieren, die met Apollo worden geassocieerd.

 

Bij de Miltiadespoort lieten ze hun vervoermiddel achter en ze voegden zich bij de stoet gelovigen, die over de heilige weg naar boven klommen.

Miltiades de Jongere (550-489 v.C.) is de Atheense bevelhebber van het Griekse leger, die in de slag bij Marathon (490 v.C.) de Perzen verslaat. Hij is de vader van Kimon (schoonvader van Thoukydides van Alopeke, i.c. Peteos).

 

Twee keer werden ze ruw opzij geduwd door de lijfwachten van één of andere adellijke heer, die het recht had verkregen om niet te moeten aanschuiven.

Steden en personen kunnen een promanteia verkrijgen: het recht om door de hogepriesteres als eerste ontvangen te worden. Daarvoor worden grote bedragen geschonken.

 

En gelukkig werd het binnenkort winter, dan kon hij het heiligdom weer toevertrouwen aan zijn neef Dionysos, die vriendelijk had aangeboden om de permanentie tijdens het koude seizoen over te nemen, wanneer Apollo op vakantie ging in het eeuwig zonnige land voorbij de noordenwind.

Apollo trekt ’s winters naar het land van de Hyperboreeërs. Dit zijn vriendelijke reuzen die afstammen van de god van de noordenwind, Boreas. Deze Boreas had Apollo’s moeder Leto rondgedragen, toen ze zwanger was van haar tweeling en van een jaloerse Hera nergens op aarde mocht bevallen. Het land van de hyperboreeërs, oftewel Hyperborea, is een mythisch paradijs, dat door de Grieken ergens ver in het noorden gesitueerd wordt en waar de zon slechts één maal per jaar ondergaat (wat doet denken aan de landen rond de poolcirkel.)

 

Tijdens de drie wintermaanden neemt Dionysos de permanentie in het heiligdom over. De dood en wederopstanding zijn een belangrijk thema in de Dionysosverering. Men gaat ervan uit dat Dionysos samen met zijn moeder gestorven is en daarna wederopgewekt door Zeus. Hij wordt de “tweemaal geboren” god genoemd. Zijn graf zou zich in de Apollotempel van Delphi bevinden.

 

Een scherp ruikende damp drong de voorkamer binnen, afkomstig van de scheur in de vloer, die Zeus de navel van de wereld had genoemd.

Reeds in de 8ste eeuw v.C. en tot diep in de 4de eeuw v.C. worden er voorspellingen gedaan in Delphi. Er is een kloof, waaruit dampen opstijgen, die de hogepriesteres in trance brengen. Deze wordt “navel” genoemd en afgesloten met de navelsteen of omphalos. (De oorspronkelijke versie hiervan zou de steen zijn, die de titane Rhea aan haar man Kronos gaf om op te slokken, in de plaats van hun zoon Zeus.) Via geritualiseerde handelingen worden voorspellingen gedaan, eigenlijk afkomstig van Zeus, maar geïnterpreteerd door de priesteressen van Apollo.

 

"Dat is het eufemisme van het jaar!"

Het woord “eufemisme” is afgeleid uit het Grieks en betekent zoiets als “mooi praten” (cfr. de godin van het gerucht, Pheme).

 

De buitenechtelijke verhouding tussen de liefdesgodin en de oorlogsgod was berucht bij goden en mensen.

De relatie tussen Aphrodite en Ares is er één van twee uitersten, liefde en oorlog, die soms dicht bij elkaar liggen. Hun verhouding had moeten uitmonden in een huwelijk, maar Hephaistos eist Aphrodite op. Ares en Aphrodite zetten niettemin hun verhouding voort en stellen de jonge soldaat Alektryon aan als wachtpost bij hun geheime ontmoetingen. Die moet hen waarschuwen wanneer de zon opkomt, maar hij valt in slaap. De zonnegod Helios ontdekt het overspel en verraadt het aan Hephaistos. Alektryon wordt voor zijn nalatigheid in een haan veranderd, die kraait bij zonsopgang.

 

Hoe was het toch mogelijk dat Hermes er telkens opnieuw in slaagde om zijn vertrouwen te winnen om het dan zo achteloos te beschamen?

Hermes en Apollo zijn in voortdurende competitie verwikkeld, waarbij Hermes aan het langste eind trekt. Zo vindt hij bijvoorbeeld als baby de lier uit en vervolgens steelt hij de volledige kudde runderen van Apollo. Als de diefstal ontdekt wordt, slaagt hij erin om Apollo tevreden te stellen door hem de lier te schenken.

bottom of page